Al bij al zou ik deze nacht durven
aangenaam te noemen
ik zou ook durven
je te kussen
Daar! Dat ging goed.
'je bent te oud om wees te zijn' staat er in een gedicht over het horen krabben van een kat terwijl je toch niet thuis bent. 'er is nog ontzag/ boven gezag', schrijft Lecompte als ze de moderne tijd moet verdedigen tegen moraalridders. Op de kaft wordt Tom Waits genoemd en het juryrapport stelt dat haar gedichten op songteksten lijken. Met die vergelijking ben ik het niet eens op het niveau van het gedicht zelf. Hoogstens klinkt de manier waarop Lecompte in De dieren in mij in het leven staat aangenaam liederlijk.
Een vogel die bij het ochtendgloren fluit 'wil de nacht niet langer houden'. Door de gedichten spreekt een ontstellend symphatiek karakter. 'Blozen pubers gooien korsten/ naar glanzende eendenruggen/ en de blos heeft niets met koorts/ maar alles met eendenglans te maken', is een intrigerende waarneming. 'Soms denk ik dat ik dood ben/ en ik ben de enige die het niet beseft', schrijft Delphine Lecompte. Dat blozen komt vaker voor en soms zit ze of danst ze op de vensterbank. 'uren verglijden als/ zandkorrels door een verstopte zeef', is een opvallende wending. Het is een mengelmoes van absurdisme en speelse monologen. Als de ik-figuur aan het kaarten is staat er: 'zwijgen doe ik nu niet meer/ ik leid de aandacht af van mijn aas en mijn heer'.
Achter alle vrolijkheid dreigt er ook iets. 'iedere dag is onheilspellend/ tot het tegendeel is bewezen', schrijft ze. Een ander gedicht heet Tijd voor angst en daar schemert ernst doorheen. Maar de toon is in het algemeen heel erg plezant.
Debuutprijzen hebben een beetje een dubbele functie. Gun je de prijs aan een bundel waar een belofte in vervat zit, of juist aan een bundel die al goed is? De jury lijkt voor het laatste gekozen te hebben dit jaar. De dieren in mij is een vrolijk en een prettig oorspronkelijk werk.
Delphine Lecompte, De dieren in mij. Uitgeverij de Contrabas, € 12,50