* Tot een wiek van de molen losdraait Ivens wacht op een stoel op de wind tot de punt van een duinpan verkruimelt op de wind op een stoel wacht Ivens tot de trein in een rookpluim oplost Ivens op een stoel wacht op de wind tot het stof zijn ogen doet tranen wacht op een stoel op de wind Ivens tot het zweet op zijn kin opdroogt op een stoel wacht Ivens op de wind tot de baarden van kamelen wapperen tot korrels als vlooien op de vlucht slaan tot een slinger in een vliegertouw vastraakt tot zijn wandelstok als golfclub omverslaat tot het zand borrelt als schuim in de branding tot het deksel van zijn koffer opengaat op een stoel op de bergtop wijst Ivens daar slaapt de wind in een hol in de woestijn.
Naar: Une histoire du vent (Joris Ivens en Marceline Loridain, 1988) Opgedragen aan Lucia Lindner
|